De Keteniers, zijn een vereniging van mensen met een hart en zorgzaamheid voor de geschiedenis van de ‘hopcultuur’ in zijn brede betekenis.
Daarbij wordt zowel gewerkt rond:
- Het verzamelen en onderzoeken van de bewaarde documenten en geschriften, foto’s en afbeeldingen.
- Het opzoeken van oud materiaal en gereedschap en gebouwen die met de hop te maken hebben.
- Het beschrijven en documenteren van dit alles en het toegankelijk maken van deze zaken met het oog op het bewaren en het herinneren van deze hopcultuur.
Het woord 'ketenieren’ is een typisch Poperings woord dat Deken De Bo in zijn 'Westvlaamsch idioticon' uit 1873, uitlegt als het zich in de 'keet met elkaar onderhouden', of dus samen ‘babbelen’ in de hopast.
Er waren in feite twee momenten waarop men in de keet kon samenkomen. Enerzijds bij regenweer kwam er soms een groepje hoppeplukkers bijeen in de keet, terwijl men onder het plukken door zich met groot plezier met elkaar onderhield.
Anderzijds was het zo dat, de keet ‘warm houden’ en het drogen van de hop, voornamelijk nachtwerk was zodat de 'ketenier', diegene die de hop droogde, naar het einde van het seizoen toe doodvermoeid geraakte.
Daarom waren er steeds mensen die de moeite namen om hem wakker te houden en met hem gingen praten en een pint pakten, want in die warmte was het ook erg dorstig!
Al die betekenissen samen leken een mooie naam voor de vereniging ‘ De Keteniers’.
|