Header image  
 
   Uitreiking GULDEN HAMERKEN 2010 op donderdag 22 april 2010 in Estaminet 't Hamerken te Brugge

< vorige pagina
volgende pagina >
 


 
 

Paul Vanneste
Opening uitreiking
Het GULDEN HAMERKEN 2010

Voorzitter vzw 't HAMERKEN Brugge
organiserend comité

Paul Vanneste

Geachte Heer Gouverneur
Geachte Dames en Heren,

Toen ik in 1988 sprak met enkele Brugse heemkundigen over de mogelijkheid om een vzw op te richten met als doel een studiegenootschap te vormen om het Brugse brouwerijverleden te bestuderen, was, mede na het drinken van enkele legendarische Brugse Tripels, het enthousiasme groot. Meteen werd de “vzw voor brouwerijgeschiedenis ’t HAMERKEN” opgericht.

Wij begonnen alles te verzamelen in verband met het Brugse bierverleden: foto’s, documenten, machines en toestellen, gegevens over Brugse cafés en over de volksgebruiken in verband met herbergen en bier.  Dit werd allemaal tentoongesteld in het Brugs Brouwerijmuseum in de oude mouterijgebouwen van de vroegere brouwerij- en mouterij ’t HAMERKEN.  Het is nu reeds vijf jaar geleden dat de vzw ’t Hamerken, niettegenstaande de enorme inzet van tal van vrijwilligers, de monumentenstrijd heeft verloren en dat het industrieel-archeologisch complex, niettegenstaande de bescherming van overheidswege, tot een derde is herleid, ten voordele van een immobiliën complex.  De mooiste stukken van de vroegere collectie kan u hier in deze brouwerij bewonderen.
Het ligt altijd moeilijk om industrieel erfgoed te beschermen, maar wij zijn blij dat men in Poperinge er wel in geslaagd is om de monumentenstrijd te winnen en zo de waardevolle sites van de hoppeasten te beschermen. En daarmee komen wij aan het onderwerp van dit betoog, of beter gezegd, aan de laureaat van het “Gulden Hamerken 2010”: Guido Vandermarliere.

Maar eerst nog dit: Wat is het Gulden Hamerken?  Het is de tweejaarlijkse prijs die de vzw ’t Hamerken uitreikt aan een persoon die zich verdienstelijk heeft gemaakt voor de brouwerijgeschiedenis.
Dit jaar gebeurt dit voor de 7e keer.

De laureaat van het Het Gulden Hamerken 2010, Guido Vandermarliere, schreef verschillende artikels over hop, maar vooral zijn vijfdelig goed gedocumenteerd en van vele fraaie foto’s voorziene werk “De Kroniek van de Poperingse Hoppeteelt” is merkwaardig. Guido schrijft niet alleen, hij zet zich ook in, samen met de Keteniers,  voor het behoud van het Poperingse hoppe-erfgoed. Hun inzet werd bekroond met de bescherming van 7 hoppeasten.

Door zijn “Kroniek” krijgen wij een beeld van hoe de hopcultuur zich in België in de loop der jaren ontwikkeld heeft. Immers, wie kent nog de “Groene Belle”, de “Witte Ranke” en de “Rode Ranke”, als de hopvariëteiten van onze voorvaders?

Het is echt boeiend om te lezen over de sterk variërende kwaliteit van de hop, de vreemde plokkers die met ganse families naar Poperinge kwamen, er bij de boeren in hun schuren en stallingen sliepen, er de kost kregen en in 1886 er een dagloon van 70 à 75 centiemen ontvingen. Ouderlingen en kinderen kregen verminderd tarief.
’s Morgens kreeg iedereen brood met koffie, ’s middags een schel hesp met aardappelen, om 4 uur boterhammen met thee en melk in de open lucht en ’s avonds karnemelk. Sommige arbeiders waren reeds tevreden daar zij bij de boer tarwebrood kregen, terwijl zij thuis zich slechts roggebrood konden veroorloven.

De Kroniek gaat over discussies tussen boeren, hophandelaars, brouwers en de overheid. De brouwers verweten de boeren slechte kwaliteit te leveren en truckjes te gebruikten om het gewicht te verhogen. Zij verweten de hophandelaars verse en overjaarse hop te mengen alsook verschillende variëteiten. Soms was de kwaliteit te min en de opbrengst te klein. Er waren klachten over slechte keuringsreglementen en over keurders die het loden zegel gaven zonder hun werk gedaan te hebben, waardoor diegenen die hun product “vernegligeren”, toch voor hun hop evenveel betaald werden, wat de reputatie van de Poperingse hop niet ten goede kwam. De overheid probeerde de kwaliteit te redden door de mannetjes planten, die “de hoedanigheid van de hop verflauwde”, te verbieden.

In 1896 wierp de bekende priester Daens zich op als verdediger van de hopboeren. Hij wilde het Duitse “Reinheitsgebot” in België toepassen en daarbij aan de brouwers het gebruik van een minimale hoeveelheid hop per ton bier opleggen. Dit zorgde voor heel wat polemieken op het scherp van de snee in de pers en in het parlement waar de minister Van de Putte zei tot Daens: “Hoe is het mogelijk dat God zulk een uil geschapen heeft?” En Daens antwoordde: “Waarlijk wij geloven dat vele lieden die u van dichtbij aan ’t werk zien u voor een uil houden en dan nog wel van de domste soort.”

Het idee van dat “Reinheitsgebot”, waarbij men enkel hop, mout, water en gist mag gebruiken als grondstof bleef voortduren, en in 1904 werd dit nogmaals in de hopcommissie, te Aalst voorgesteld. Er ontstond een hevige discussie, waarbij een aanwezige reageerde: “Als men die stelling volgt, dan zou men de twee oudste bieren van het land moeten afschaffen, namelijk de Faro en de Lambic.” De Belgische brouwers zijn nog steeds tevreden dat er geen “Reinheitsgebot” van toepassing is. Dit geeft de brouwers de mogelijkheid om een grote verscheidenheid aan bieren te brouwen, zoals met ongemouten granen of met krieken en andere vruchten, wat de rijkdom van de Belgische biercultuur uitmaakt.

Het is echter niet de bedoeling om gans de “Kroniek van de Poperingse hoppeteelt” voor te stellen, wij raden u ten stelligste aan het werk te lezen.

Geachte Heer gouverneur, Dames en Heren,
U heeft het gehoord, Guido Vandermarliere wordt door de Raad van Bestuur van de vzw ’t Hamerken unaniem voorgesteld als laureaat “GULDEN HAMERKEN 2010”

 

 

 
GULDEN HAMERKEN 2010
 
 
 

vzw ’t Hamerken
vereniging voor
Brouwerijgeschiedenis
Molenmeers 24
B-8000 Brugge
tel +32(0)50 31 15 04

een
organisatie
van

Bestuursleden vzw ’t Hamerken :

Paul Vanneste, Henk Anseeuw,
Jan De Bruyne, Ronny Vanaelst,
Lorenz Lambrecht, Marleen Ryckebusch
Wouter Hollevoet, Dries Vanbelleghem

Email : estaminet@thamerken.be
Website : www.thamerken.be